Steun uit je omgeving
Een sociaal netwerk is belangrijk. Dan staan er allerlei mensen om jou en je gezin heen die jullie steunen. Zij kunnen jouw kind een luisterend oor bieden, voor afleiding zorgen en helpen bij schoolwerk. Je kind leert zo ook bouwen op andere mensen én het biedt jou tijd en ruimte voor jezelf. Ook kan praktische steun jou wat rust geven. Zij kunnen bijvoorbeeld de kinderen naar school of clubjes brengen, boodschappen doen of het huis schoonmaken. Vaak eisen ouders van zichzelf dat ze alles alleen moeten kunnen. Dat is niet nodig en vaak niet het beste voor jezelf en je kind. Anderen kunnen bijspringen en willen dat vaak ook graag. Denk aan familieleden, je (ex-)partner, buren, iemand van school of andere (pleeg) ouders. Het is daarbij wel belangrijk dat je zelf om steun moet vragen. Een ander heeft niet altijd in de gaten dat jij wat extra handen kan gebruiken.
“Mijn kinderen logeren af en toe bij opa en oma. Mijn kinderen weten dat ik regelmatig rust nodig heb zodat ik op andere dagen vrolijker en energieker ben en dus ook een betere moeder kan zijn.” (Irma, 41)
“Als ik weer in een moeilijke periode zit, geeft het mij rust dat er mensen om mij heen zijn bij wie ik mijn dochtertje vol vertrouwen kan achterlaten. Het doet mij dan goed om te zien dat ze even afleiding bij anderen kan vinden.” (Janneke, 34 jaar)
“Het contact met mijn familie is verwaterd. Ook wonen we nogal buitenaf. Toen mijn zoontje nog niet naar school ging, kwam ik amper het huis uit. Ik had er geen energie voor. Nu moet ik hem naar school brengen. Hij heeft daar ook vriendjes gekregen. Ik merk dat hij het heel leuk vindt om met hen te spelen.” (Mounir, 37 jaar)
QA
Vraag van ouder
“Soms ben ik bang dat ze mijn kinderen van me afnemen, omdat ik problemen heb en niet goed genoeg voor ze kan zorgen. Kan dat zomaar?”
Antwoord van een expert
Dit kan niet ‘zomaar’. Om kinderen bij hun ouders weg te halen, moet er sprake zijn van een heel ernstige bedreiging van het welzijn of de veiligheid van de kinderen. In ons land beslist de rechter of dat het geval is. De rechter gaat daarbij echt niet af op roddels of geruchten. Wanneer er bewijzen (of heel sterke aanwijzingen) zijn dat het welzijn van een kind echt gevaar loopt, wordt eerst hulp ingeschakeld. Dit is bijvoorbeeld van de organisatie Veilig Thuis: zij denken met jou mee over een oplossing voor onveilige thuissituaties. Pas als blijkt dat hulp geen effect heeft, overweegt de rechter andere mogelijkheden. Uithuisplaatsing is echt de laatste (tijdelijke) oplossing als de veiligheid niet verbetert ondanks alle inspanningen.
QA
Vraag van ouder
“Het gaat nu gelukkig goed met me. Maar ik ben bang dat ik weer een terugval krijg en misschien wel moeten worden opgenomen in een kliniek: hoe moet het dan met mijn kinderen?”
Antwoord van een expert
Als het nu goed met je gaat, kan je misschien nu afspraken maken met vrienden of familieleden over de opvang van je kinderen. De afspraken schrijf je op in een noodplan. Bespreek dit plan ook alvast met je kinderen. Als je moet worden opgenomen en er zijn geen afspraken, dan zal de hulpverlener – zoveel mogelijk in overleg met jou – uiteraard ook bekijken waar en bij wie de kinderen het beste kunnen worden ondergebracht. Maar het geeft meer rust en duidelijkheid voor iedereen als er van tevoren een goed doordacht noodplan ligt.
QA
Vraag van ouder
“Zelf voel ik me vaak eenzaam. Ik heb alleen mijn vriend en verder niemand. Hoe kan ik dan anderen inzetten voor mijn kind?”
Antwoord van een expert
Bij psychische problemen of een verslaving dunt het sociale netwerk vaak uit. Dit kan te maken hebben met onbegrip van mensen. Of het kost te veel energie om een sociaal netwerk te onderhouden en sluit je je af van anderen. Er zijn verschillende manieren om je sociale netwerk uit te breiden. Ga bijvoorbeeld sporten, bij een wandel- of boekenclubje, neem deel aan activiteiten in de bibliotheek of help mee op de schoolreisjes van je kind. Bezoek met je kind de speeltuin of knoop een praatje aan met de ouders op het schoolplein.
Misschien denk je dat iemand geen tijd heeft om te helpen. ‘Omdat hij of zij het al zo druk heeft’. Dat klopt vaak niet. Zelf vind je het waarschijnlijk ook niet erg om eens wat voor een ander te doen. En als het echt niet uitkomt, zegt de ander dit wel. Bovendien hoef je niet iets groots te vragen. Denk eens aan:
- Het uitnodigen van een vriend(in) om wat te drinken. Dat doorbreekt je lange middag thuis.
- De buurman vragen de fietsband van je dochter te plakken of te helpen met klusje in huis. Zo hoef je het zelf niet te doen als je de energie mist.
- Een ouder van een vriend van je zoon vragen of je zoon af en toe bij hen mag spelen na schooltijd.
Een hulpverlener kan je helpen om meer mensen te ontmoeten en om hulp te vragen. Lees hier meer over bij Waar vind ik hulp?